Parijs 2014

Parijs heb ik ontelbare malen bezocht. Een schoolreis, op doorreis tijdens twee interrail vakanties, na afloop van het jeugdschaaktoernooi in Bagneux en als tussenstop naar het jeugdschaaktoernooi van Saint-Lo.
De Eiffeltoren heb ik misschien wel 15 keer beklommen, het Louvre wel 10 keer gezien (maar alleen van buiten) en ook de Sacre-coeur en de Notre Dame heb ik zeer vaak gezien.
Daarom besloten om een korte vakantie in Parijs door te brengen om dingen te zien die ik met de schaakkinderen niet had kunnen bezoeken. De reis met de Thalys was gratis, want ik kreeg tegoedbonnen na problemen vorig jaar met de Thalys.

Een jeugdherberg was al snel gevonden, vlak bij het Gare du Nord. Helaas zonder ontbijt, maar er zijn in Parijs zeer, zeer veel cafés waar je iets wat op een ontbijt lijkt, kunt nuttigen.

Ik arriveerde op zaterdag 26 april om 14.30 in Parijs, snel me snel geïnstalleerd in de jeugdherberg en naar de Catacombes met de metro. Helaas gingen de onderaardse gangen al om 16.00 dicht en er stond nog een lange rij. Niet iedereen zou meer naar beneden kunnen, dus maar naar het Jardin du Luxembourg gewandeld. Daar het senaatsgebouw gezien en uitgekeken naar schakers die er niet waren.
In het Quartier Latin het Pantheon bezocht waar vele Franse helden begraven liggen: Rousseau, Voltaire, Dumas, Hugo, de Curies en nog veel meer.

Via de Notre Dame en het centre Pompidou naar de plek gelopen waar we tijdens de Bagneux-tripjes regelmatig gingen lunchen. De zaak bestond nog, de prijzen waren iets hoger en het eten had nog steeds dezelfde kwaliteit. Daarna verder gewandeld naar Monmartre om daar de Moulin Rouge en de Sacre Coeur op de foto te zetten en genieten van de altijd leuke sfeer op het place du Tetre.

De volgende dag om 10.00 naar de Catacombes. Daar maar liefst 1 uur en 50 minuten in de rij gestaan om de ondergrondse gangen te bezichtigen. De gangen zijn ontstaan door opgraven van leisteen waar veel Parijse huizen en paleizen mee zijn gebouwd. Door het opruimen van graven bij het boulevardiseren van Parijs, vanaf 1870 (door Hausman), zijn er duizenden schedels in de Catacomben opgeslagen, een interessant gezicht. Ook veel fossielen gezien.

Daarna naar pere Lachaise. Op dit kerkhof liggen ook vele beroemdheden begraven, o.a. heb ik het graf van Jim Morrisson, Edith Piaff en Chopin gezien.

Daarna de metro genomen naar de Opera. Het fantom was er niet, maar wel mooi om al die luxe van binnen te zien. Het lijkt trouwens behoorlijk op de opera in Budapest.
Vervolgens naar de Madaleine gewandeld en daar een vioolconcert bijgewoond. Voor 4,50 E een kop thee gedronken bij een etablissement in de buurt. Een wandeling gemaakt naar place de la concorde (waar de guillotine in de jaren 1789-1793 duizenden mensen heeft onthoofd), de Obelisk gezien en de Tuillerieën. Gegeten bij een Chinees. Lopend buffet voor 10 euro en je kon je vol stampen met zoveel als je wilde.

De volgende morgen eindelijk het Louvre van binnen gezien. Een kaartje is niet duur: slechts 12 euro. In vrijwel elk museum kun je trouwens online je kaartje ophalen en betalen met pin. Scheelt behoorlijk in de wachttijden. Heel wat beter dan het Rijksmuseum.

De Mona Lisa is klein en lelijk. Interessanter is te zien hoe al die Chinezen en Japanners elkaar verdringen om een foto te kunnen maken. Het Louvre bevat 37.000 voorwerpen, die je nooit in een dag kunt zien. Wel is het ticket de hele dag geldig. Ik heb de ochtend benut om Italiaanse en Spaanse schilderijen uit 1400-1700 te bekijken en 's middags heb ik de Vlaamse en Hollandse meesters bewonderd.

Tussendoor een stadswandeling olv een gids gemaakt. Vertelde een aantal dingen die ik nog niet wist, b.v. over de gezichten op de pont neuf (de nieuwe brug, de eerste stenen brug die de noord- en zuidoever van de Seine via het Ile de la cité) en over de goede koning Henry IV en waarom die zo op zijn paard staat afgebeeld.
Ook vertelde hij de nodige onzin. Niet alle Franse koningen zijn gekroond door de paus en zeker niet alle in de Notre Dame (de meesten in Reims).
Daarom geen fooi gegeven.

De volgende dag naar het Stade France in St. Denis, waar ik hoopte dat Ruben Slagter al terug zou zijn uit Italië om daar een rondleiding te verzorgen. Helaas. De rondleiding kostte 15 euro en werd gedaan door Een aardige Francaise die prima Engels sprak, maar dat weigerde te doen voor ongeveer 50 Fransen waaronder vele kleine kinderen en te weinig tijd had om alles te vertalen. Dus van de vele info te weinig meegekregen. Helaas vond ze het nodig om zich zeer infantiel te gedragen om de Franse kleintjes te pleasen. Ik heb mijn geld niet terug gevraagd, maar dat had niet veel gescheeld.
De rondleiding kan ik trouwens niet veel mensen aanraden. Het stadion is geen thuishaven van den club en is daarom veel minder interessant dan b.v. Nou Camp of het Olympisch stadion van Berlijn. Bovendien is het stadion slechts 16 jaar oud en heeft het nog niet de historie die Wembly wel heeft. Er vinden ongeveer 30 evenementen per jaar plaats. Naast 4-5 voetbalwedstrijden van het Franse elftal, hetzelfde aantal rugbywedstrijden, de diamontleague (atletiek), de Franse bekerfinale en een schaats- en skibaan rond kerstmis, zijn dit veelal popconcerten. De Stones (dit jaar niet present op hun tour) zouden 1 miljoen euro moeten betalen om het hele stadion af te huren voor een concert (om vervolgens bijna het 10-voudige te verdienen aan ticketomzet).

Het restaurant bij de metro is lang niet slecht. Daarna terug naar Gare du Nord om mijn bagage te halen en de Thalys naar Brussel.

Het was zes jaar geleden dat ik voor het laatst in Parijs was geweest. Het viel me op dat er meer fietspaden waren aangelegd, er overal huurfietsen stonden voor de Fransen waar veel gebruik van werd gemaakt. Ook spreken de Fransen steeds beter Engels, wat bijzonder slecht is voor mijn Frans, en lijken Parijzenaars een stuk sympathieker en minder arrogant.