Cuczo
Blijf op de hoogte en volg Hiddo
16 Augustus 2018 | Nederland, Groningen
Volgens de legende moest Manco Capac, een van de eerste Inca-koningen, op zoek gaan naar het centrum van de wereld. Hij kwam op een prachtige plek, waarvan hij ontdekte dat die zeer vruchtbaar was. Hij noemde die plek Q’osqo, Quechua voor navel van de wereld. De tempels waren met goud bedekt, maar toen Pizarro hier in 1533 arriveerde, hadden de Inca’s de meeste kostbaarheden al weggevoerd om het losgeld te betalen voor hun koning Atahualpa. Deze werd uiteindelijk toch vermoord (hij zou een bijbel op de grond hebben gegooid, heiligheidsschennis). Atahulapa’s halfbroer Manco Capac II werd als marionettenkeizer door de Spanjaarden geïnstalleerd. Een belangrijke reden voor de makkelijke overwinning van de Spanjaarden op de Inca’s was de burgeroorlog tussen beide halfbroers, die het rijk hadden verzwakt. Manco kwam natuurlijk in opstand, maar werd verslagen door de Spanjaarden en moest vluchten naar het regenwoud. Cuzco werd een eenvoudige provinciestad omdat Lima de nieuwe hoofdstad van de kolonisten werd. De aanleg van een spoorlijn naar de kust via Arequipa en de ontdekking van Machu Picchu vormden de start van het toerisme, nu de voornaamste bron van inkomsten.
In de stad wapperen twee vlaggen. Uiteraard de Peruaanse. Jose de San Martin, bevrijder van Peru, deed ooit een dutje op het strand en toen hij wakker werd, zag hij een grote zwerm flamingo’s. Hun rode vleugels en bleke lichamen vormden de inspiratiebron voor de nationale vlag. De andere vlag is de regenboogvlag Tahuantinsuyo, de Incanaam voor de vier windstreken van het Inca-rijk. In 1540 kreeg Cuzco haar huidige wapenschild, waarop acht condors staan rondom een toren. Het herdenkt de slag bij Sacsayhuaman in 1536, toen de Spanjaarden duizenden Inca’s vermoorden. Enorme aantallen condors kwamen op de lijken af.
Zoals alle steden in Peru, heeft Cuzco ook een plaza del Armas met een paar prachtige kathedralen en vele restaurantjes. We startten onze free walking tour echter op een ander pleintje, liepen vervolgens naar het plaza de San Francisco. Iedere wijk werd door de Spanjaarden naar een heilige genoemd, en in elke wijk staat ook een kerk gewijd aan deze heilige. Aan dit plein ook een jongensschool, die de belangrijkste voetbalclub van Cuzco heeft opgericht, dat in de jaren 90 de copa d’America won. Daarna naar de mercado de San Pedro, waar veel van cocabladeren gemaakte producten werden verkocht en gedroogde lama’s, die Peruanen kopen voor een bepaald feest. Daarna via weer een lama-plaatsje naar de tempel van de maan. ’s Middags deze kerk bezocht, met het museum daaronder en daarna de kathedraal Iglesia de Jesus y Maria. Je kunt een toeristenticket kopen dat toegang biedt aan veel bezienswaardigheden in en rondom Cuzco, maar sommige musea en kerken doen daar niet aan mee (zoals de kathedraal). Bij de museu die wel meedoen zijn helaas geen losse tickets verkrijgbaar, zodat je wel gedwongen bent voor 130 of 70 sol een kaart te kopen en meerdere plaatsen te bezoeken.
De volgende twee dagen werden de heilige vallei en Machu Picchu bezocht, daarover later meer. Op de voorlaatste dag van onze vakantie hadden we echter een dag vrij in Cuzco. Ik benutte die om een aantal Inca-ruïnes te bezoeken in de buurt van Cuzco. Met een taxi naar Tambomachay, waar het Incabad staat met mooie stenen fonteinen. Vervolgens lopend naar Pukara (rood fort, genoemd naar het roze graniet waar de gebouwen van gemaakt zijn) met een prachtig uitzicht over Cuzco. Daarna een lokale bus (1 sol) naar Qenqo, Quechu voor zigzag. In een rots hebben de Inca’s gangen uitgehakt. In de ondergrondse kelder staat een groot altaar, waar wellicht mensen zijn geofferd. Naar Sacsayhuaman (sexy woman in de volksmond) is het een kilometertje lopen. Daar staat weer een Jezusbeeld. Maar nog veel belangrijker, een enorm groot complex van Inca-bouwwerken, waar ooit 10.000 mensen woonden. Nu is er slechts 20% te zien van de oorspronkelijke grootte.
Via de trappen 250 meter naar beneden om uit te komen in de wijk San Blas, het Montmartre van Cuzco, met vele smalle straatjes, een schilderachtig pleintje ( a la place du Tetre), maar zonder de sexwinkels. ’s Avonds een gezamenlijke slotmaaltijd met zelf Pisco sour maken (de nationale drank van Peru, bestaande uit: alcohol, ijs, limonsap, eiwit en suiker. Erg sterk.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley